Van Thomas Boogaert is relatief veel kerkelijk vaatwerk - in en buiten Amsterdam - bekend. In zijn atelier, dat later werd voortgezet door zijn zoon Joannes, werden grote aantallen voorwerpen seriematig vervaardigd. Het Boogaert-atelier behoorde in de zeventiende eeuw tot de belangrijkste van het land. De productie bestond uit kelken, cibories, monstransen, kandelaars en ander kerkzilver, veelal bestemd voor katholieke huiskerken. Van deze miskelk, afkomstig uit de huiskerk op het Begijnhof, is alleen de zeslobbige voet nog oorspronkelijk. Deze behoort in vormgeving, opbouw en versiering tot het voor die tijd gangbare type en is door Boogaert meermalen toegepast (Westerink 1991; Westerink 1993). De originele stam en cuppa zijn in de late achttiende eeuw in een strakke Lodewijk XVI-stijl vervangen. Zie voor een paar aan Thomas Boogaert toegeschreven kerkkandelaars uit 1632: cat.nr. KA 16766.