Portretminiatuur van prinses Anna van Hannover

Deze beeltenissen van het prinselijk paar zijn waarschijnlijk hofgeschenken, overhandigd aan personen die bij belangrijke gebeurtenissen betrokken waren. Beide portretminiaturen kunnen korte tijd na elkaar zijn ontstaan. De inscriptie op het portret van Anna herinnert aan haar weduweschap. Soortgelijke portretten bevinden zich in het Rijksmuseum te Amsterdam, Paleis Het Loo Nationaal Museum in Apeldoorn (het meest verwant met het paar in het Amsterdams Historisch Museum) en Huis Amerongen te Amerongen (Erkelens 1977, resp. p. 31 afb. boven, p. 30 afb., p. 32 afb.). De huidige verblijfplaats van een vierde, in 1901 gesignaleerd portrettenpaar is niet bekend (Erkelens 1977, p. 29 noot 4). Prins Willem IV (1711-1751) werd in 1747 na een periode van politieke onrust - gericht tegen de eliteregeringen in de steden - uitgeroepen tot stadhouder van alle gewesten van de Republiek der Zeven Verenigde Provinciën. Hervormingsgezinde burgers wilden al langere tijd zelf invloed krijgen op het stadsbestuur, waarbij zij Willem IV als bondgenoot zagen. Hij was immers degene die de 'wet kon verzetten', het stadsbestuur kon veranderen. In Amsterdam gebeurde dat in 1748, maar het resultaat stelde menigeen teleur. De burgers kregen geen regeringsinvloed. Na het overlijden van Willem IV was zijn weduwe prinses Anna (1709-1759) gouvernante van de minderjarige prins Willem V (1748-1806).

Portretminiatuur van prinses Anna van Hannover

Deze beeltenissen van het prinselijk paar zijn waarschijnlijk hofgeschenken, overhandigd aan personen die bij belangrijke gebeurtenissen betrokken waren. Beide portretminiaturen kunnen korte tijd na elkaar zijn ontstaan. De inscriptie op het portret van Anna herinnert aan haar weduweschap. Soortgelijke portretten bevinden zich in het Rijksmuseum te Amsterdam, Paleis Het Loo Nationaal Museum in Apeldoorn (het meest verwant met het paar in het Amsterdams Historisch Museum) en Huis Amerongen te Amerongen (Erkelens 1977, resp. p. 31 afb. boven, p. 30 afb., p. 32 afb.). De huidige verblijfplaats van een vierde, in 1901 gesignaleerd portrettenpaar is niet bekend (Erkelens 1977, p. 29 noot 4). Prins Willem IV (1711-1751) werd in 1747 na een periode van politieke onrust - gericht tegen de eliteregeringen in de steden - uitgeroepen tot stadhouder van alle gewesten van de Republiek der Zeven Verenigde Provinciën. Hervormingsgezinde burgers wilden al langere tijd zelf invloed krijgen op het stadsbestuur, waarbij zij Willem IV als bondgenoot zagen. Hij was immers degene die de 'wet kon verzetten', het stadsbestuur kon veranderen. In Amsterdam gebeurde dat in 1748, maar het resultaat stelde menigeen teleur. De burgers kregen geen regeringsinvloed. Na het overlijden van Willem IV was zijn weduwe prinses Anna (1709-1759) gouvernante van de minderjarige prins Willem V (1748-1806).