Korset

De techniek van het uit één stuk weven van een korset is een Franse gepatenteerde uitvinding en dateert uit 1832. Het is een technisch hoogstandje. De uitvinder ervan heet Jean Werly. Dankzij het Jacquard mechanisme op zijn weefgetouw kon de wever gemakkelijk en zonder hulp van een assistent meerderen en minderen voor de rondingen van de borsten en de heupen. Ook kon hij zonder veel moeite banen dubbel weven, voor het inschuiven van de baleinen. Vanuit Frankrijk verspreidde de techniek van het weven van korsetten zich over Europa en zelfs helemaal naar Amerika. Hier werden reeds in 1867 weefgetouwen vervaardigd die gelijkertijd twee, drie of zelfs vier korsetten konden weven. Dit getouw prijkte op de Wereldtentoonstelling van 1867 in Parijs. De geweven korsetten waren bij modieuze vrouwen zeer geliefd om hun mooie vormgeving en afwerking. Dit korset is langs de bovenrand versierd met een schulprand in hand geborduurde festonsteek. Kostbaardere modellen waren zelfs tussen de baleinen op de hand geborduurd in bloemmotieven. Dankzij de busksluiting middenvoor kon de vrouw zelf haar korset aan- en uittrekken. De ogen van de ene zijde van de busk haken over de knopjes van de andere zijde. Omdat de ogen de vorm hebben van een sleutelgat kan deze sluiting niet meer open schieten. Het korset is verstevigd met baleinen van echt walvisbalein. De baleinwerker verzaagde en versneed de walvisbaarden (platen van hoornachtige substantie die als lamellen parallel aan elkaar van de bovenkaak van de baleinwalvis naar beneden hangen) tot smalle korsetbaleinen. Dit korset is een geschenk van mevrouw Sophia Augusta Lopez Suasso-de Bruijn (1816-1890) in 1890. Het is heel goed mogelijk dat zij dit korset zelf heeft gedragen.

Korset

De techniek van het uit één stuk weven van een korset is een Franse gepatenteerde uitvinding en dateert uit 1832. Het is een technisch hoogstandje. De uitvinder ervan heet Jean Werly. Dankzij het Jacquard mechanisme op zijn weefgetouw kon de wever gemakkelijk en zonder hulp van een assistent meerderen en minderen voor de rondingen van de borsten en de heupen. Ook kon hij zonder veel moeite banen dubbel weven, voor het inschuiven van de baleinen. Vanuit Frankrijk verspreidde de techniek van het weven van korsetten zich over Europa en zelfs helemaal naar Amerika. Hier werden reeds in 1867 weefgetouwen vervaardigd die gelijkertijd twee, drie of zelfs vier korsetten konden weven. Dit getouw prijkte op de Wereldtentoonstelling van 1867 in Parijs. De geweven korsetten waren bij modieuze vrouwen zeer geliefd om hun mooie vormgeving en afwerking. Dit korset is langs de bovenrand versierd met een schulprand in hand geborduurde festonsteek. Kostbaardere modellen waren zelfs tussen de baleinen op de hand geborduurd in bloemmotieven. Dankzij de busksluiting middenvoor kon de vrouw zelf haar korset aan- en uittrekken. De ogen van de ene zijde van de busk haken over de knopjes van de andere zijde. Omdat de ogen de vorm hebben van een sleutelgat kan deze sluiting niet meer open schieten. Het korset is verstevigd met baleinen van echt walvisbalein. De baleinwerker verzaagde en versneed de walvisbaarden (platen van hoornachtige substantie die als lamellen parallel aan elkaar van de bovenkaak van de baleinwalvis naar beneden hangen) tot smalle korsetbaleinen. Dit korset is een geschenk van mevrouw Sophia Augusta Lopez Suasso-de Bruijn (1816-1890) in 1890. Het is heel goed mogelijk dat zij dit korset zelf heeft gedragen.