Albert van Dalsum (1889-1971), acteur

Albert van Dalsum acteur, regisseur, toneelleider, decorontwerper Nieuwer-Amstel, 4 januari 1889 – Eenigebrug, 25 oktober 1971 “Albert van Dalsum is een wonderlijk mens. Hij heeft de koppige eenzelvigheid van een Brabantse boer, de bezetenheid van een grote kunstenaar en de mystiek van een priester. Dit alles vormt de mens van Dalsum.” (Willy Haak) Vrijwel direct na zijn aanstelling als beroepsacteur bij Willem Royaards kreeg van Dalsum leidende rollen te spelen. Na enige omzwervingen belandde hij voor een periode van tien jaar bij diverse door Eduard Verkade geleide gezelschappen, zoals Die Haghespelers en Het Vereenigd Tooneel. Verkade heeft veel invloed gehad op zijn werk, toch ontwikkelde van Dalsum zich tot een toneelkunstenaar met een geheel eigen karakter. Hij gaf een al bestaande stijl diepgang door er een ethisch ideaal aan toe te voegen. Het ging hem om ‘de Idee’ achter de mensen en de wereld. Kunst moest een uiting zijn van levensbesef. Zijn werk werd sterk beïnvloed door het Expressionisme, een Europese kunstrichting die het wezen der dingen wilde uitdrukken. Van Dalsum introduceerde in ons land de expressionistische speelstijl. Dit resulteerde in een sterk gestileerde voorstellingen waarin de betekenis van taal werd versterkt door een chorische spreekstijl, door vergroting van het gebaar en een expressieve lichaamstaal. Van Dalsum werkte als “een beeldhouwer van bewegende sculpturen”, schreef Jeanne van Schaik-Willing. Hij wilde dat de acteur het te spelen personage in zichzelf zocht en daaraan dimensie gaf, door zijn eigenschappen als het ware uit te snijden, te prononceren en vervolgens te vergroten. Dit vergrotings-aspect kenmerkte ook zijn decorontwerpen. Voorts had zijn werk een sterk mystiek-religieuze inslag en verwerkte hij anti-fascistische en pacifistische tendenties met als doel het maatschappelijk bewustzijn van de mensen te vergoten. Hij zag toneel niet als enkel als vermaak of als een uiting van schoonheid, maar als een bekentenisvol medium om de waarheid te tonen, als een spiegel van het leven. Van Dalsum was een noeste en diepserieuze werker die zijn vak beschouwde als een maatschappelijke taak, die hij koste wat kost moest vervullen. Aan zijn zijde vond hij de toneelschrijver en regisseur August Defrense, humanist en pacifist in hart en nieren. Hun samenwerking leidde tot de oprichting van het Oost-Nederlandsch Toneel in 1929, later de Amsterdamsche Tooneelvereniging: “Het was een ongelofelijke onderneming om midden in de crisis met zo’n gezelschap te beginnen en alleen maar goed toneel te spelen in plaats van stukken die in andere landen al kassuccessen waren gebleken”, meende Anton Koolhaas. “Tot ook het Oost Nederlandsch Toneel het hoofd in de schoot moest leggen en met de draak Het Chinese Landhuis eindelijk aan een kassucces kwam, waarin Van Dalsum, om het gezelschap te redden, avond aan avond eng stond te doen om schuldeisers te betalen.” De zwaar aangezette, theatrale toneelstijl werd na de oorlog niet meer geapprecieerd. Toch beleefde Van Dalsum nog een aantal grote successen. Door jarenlange ervaring en de invloed van Defrense, die meer psychologisch te werk ging, werden zijn personages minder abstract, menselijker. Tijdens zijn 50-jarig jubileum in december 1959, toen hij optrad als Saul in Sauls Dood van Abel Herzberg, werd hij voor zijn werk beloond met de Albert van Dalsumring, een onderscheiding die na hem achtereenvolgens op Paul Steenbergen, Ko van Dijk jr., Peter Oosthoek en Pierre Bokma overging.

Albert van Dalsum (1889-1971), acteur

Albert van Dalsum acteur, regisseur, toneelleider, decorontwerper Nieuwer-Amstel, 4 januari 1889 – Eenigebrug, 25 oktober 1971 “Albert van Dalsum is een wonderlijk mens. Hij heeft de koppige eenzelvigheid van een Brabantse boer, de bezetenheid van een grote kunstenaar en de mystiek van een priester. Dit alles vormt de mens van Dalsum.” (Willy Haak) Vrijwel direct na zijn aanstelling als beroepsacteur bij Willem Royaards kreeg van Dalsum leidende rollen te spelen. Na enige omzwervingen belandde hij voor een periode van tien jaar bij diverse door Eduard Verkade geleide gezelschappen, zoals Die Haghespelers en Het Vereenigd Tooneel. Verkade heeft veel invloed gehad op zijn werk, toch ontwikkelde van Dalsum zich tot een toneelkunstenaar met een geheel eigen karakter. Hij gaf een al bestaande stijl diepgang door er een ethisch ideaal aan toe te voegen. Het ging hem om ‘de Idee’ achter de mensen en de wereld. Kunst moest een uiting zijn van levensbesef. Zijn werk werd sterk beïnvloed door het Expressionisme, een Europese kunstrichting die het wezen der dingen wilde uitdrukken. Van Dalsum introduceerde in ons land de expressionistische speelstijl. Dit resulteerde in een sterk gestileerde voorstellingen waarin de betekenis van taal werd versterkt door een chorische spreekstijl, door vergroting van het gebaar en een expressieve lichaamstaal. Van Dalsum werkte als “een beeldhouwer van bewegende sculpturen”, schreef Jeanne van Schaik-Willing. Hij wilde dat de acteur het te spelen personage in zichzelf zocht en daaraan dimensie gaf, door zijn eigenschappen als het ware uit te snijden, te prononceren en vervolgens te vergroten. Dit vergrotings-aspect kenmerkte ook zijn decorontwerpen. Voorts had zijn werk een sterk mystiek-religieuze inslag en verwerkte hij anti-fascistische en pacifistische tendenties met als doel het maatschappelijk bewustzijn van de mensen te vergoten. Hij zag toneel niet als enkel als vermaak of als een uiting van schoonheid, maar als een bekentenisvol medium om de waarheid te tonen, als een spiegel van het leven. Van Dalsum was een noeste en diepserieuze werker die zijn vak beschouwde als een maatschappelijke taak, die hij koste wat kost moest vervullen. Aan zijn zijde vond hij de toneelschrijver en regisseur August Defrense, humanist en pacifist in hart en nieren. Hun samenwerking leidde tot de oprichting van het Oost-Nederlandsch Toneel in 1929, later de Amsterdamsche Tooneelvereniging: “Het was een ongelofelijke onderneming om midden in de crisis met zo’n gezelschap te beginnen en alleen maar goed toneel te spelen in plaats van stukken die in andere landen al kassuccessen waren gebleken”, meende Anton Koolhaas. “Tot ook het Oost Nederlandsch Toneel het hoofd in de schoot moest leggen en met de draak Het Chinese Landhuis eindelijk aan een kassucces kwam, waarin Van Dalsum, om het gezelschap te redden, avond aan avond eng stond te doen om schuldeisers te betalen.” De zwaar aangezette, theatrale toneelstijl werd na de oorlog niet meer geapprecieerd. Toch beleefde Van Dalsum nog een aantal grote successen. Door jarenlange ervaring en de invloed van Defrense, die meer psychologisch te werk ging, werden zijn personages minder abstract, menselijker. Tijdens zijn 50-jarig jubileum in december 1959, toen hij optrad als Saul in Sauls Dood van Abel Herzberg, werd hij voor zijn werk beloond met de Albert van Dalsumring, een onderscheiding die na hem achtereenvolgens op Paul Steenbergen, Ko van Dijk jr., Peter Oosthoek en Pierre Bokma overging.