Tafel

Bijna elke Amsterdammer kent ze: het Aquarium van Artis, de houten tramremise aan de Amstelveenseweg en het paleisje van een rijke tabaksplanter aan de Herengracht (nu zetel van het NIOD). Deze en andere gebouwen die Abraham Salm GBzn. - deels samen met zijn vader Gerlof Bartholomeus - tot stand bracht, hebben een belangrijk stempel gedrukt op de nieuwe Amsterdamse bouwkunst van de late 19de en vroege 20ste eeuw. Salm verwerkte op een persoonlijke manier allerlei stijlinvloeden tot hoogstoriginele creaties, zowel in zijn gebouwen als in zijn meubels, glas- en metaalwerk. In 1886-1887 ontwierp hij een groep van vijf uitbundig gedetailleerde herenhuizen aan de Weesperzijde 24-28. Zelf ging hij op nummer 26 wonen en werken. Achter het perceel liet Salm in 1914 naar eigen ontwerp een nieuw tuinhuis bouwen, dat nog steeds bestaat. Hij tekende ook de karakteristieke inrichting, waaronder de meubels die nu aan het museum zijn geschonken. Het ensemble bestaat uit twee armstoelen, een achthoekig tafeltje in Moorse stijl en een buffet dat in de familie het 'koffiekastje' heette. Kleursporen laten zien dat de meubels oorspronkelijk blauw gebeitst waren en het interieur van het kastje fel oranje Deze late meubelontwerpen van Salm ogen licht maar toch robuust. De vormgeving is beïnvloed door het werk van H.P. Berlage, de aartsvader van het moderne bouwen in Nederland.

Tafel

Bijna elke Amsterdammer kent ze: het Aquarium van Artis, de houten tramremise aan de Amstelveenseweg en het paleisje van een rijke tabaksplanter aan de Herengracht (nu zetel van het NIOD). Deze en andere gebouwen die Abraham Salm GBzn. - deels samen met zijn vader Gerlof Bartholomeus - tot stand bracht, hebben een belangrijk stempel gedrukt op de nieuwe Amsterdamse bouwkunst van de late 19de en vroege 20ste eeuw. Salm verwerkte op een persoonlijke manier allerlei stijlinvloeden tot hoogstoriginele creaties, zowel in zijn gebouwen als in zijn meubels, glas- en metaalwerk. In 1886-1887 ontwierp hij een groep van vijf uitbundig gedetailleerde herenhuizen aan de Weesperzijde 24-28. Zelf ging hij op nummer 26 wonen en werken. Achter het perceel liet Salm in 1914 naar eigen ontwerp een nieuw tuinhuis bouwen, dat nog steeds bestaat. Hij tekende ook de karakteristieke inrichting, waaronder de meubels die nu aan het museum zijn geschonken. Het ensemble bestaat uit twee armstoelen, een achthoekig tafeltje in Moorse stijl en een buffet dat in de familie het 'koffiekastje' heette. Kleursporen laten zien dat de meubels oorspronkelijk blauw gebeitst waren en het interieur van het kastje fel oranje Deze late meubelontwerpen van Salm ogen licht maar toch robuust. De vormgeving is beïnvloed door het werk van H.P. Berlage, de aartsvader van het moderne bouwen in Nederland.