Ontwerpen voor de prenten bij de kindergedichten van Hieronymus van Alphen

In 1778 verscheen bij de weduwe van Jan van Terveen en Zoon in Utrecht een uitgave met 24 kinderversjes door Hieronymus van Alphen (1746-1803) onder de titel Proeve van Kleine Gedigten voor Kinderen. Aangemoedigd door de grote populariteit liet Van Alphen daarna nog twee bundels volgen met respectievelijk 22 en 20 gedichten. De drie delen verschenen aanvankelijk zonder illustraties. Jacobus Buys, ‚‚n van de toonaangevende boekillustratoren in de tweede helft van de 18de eeuw, kreeg van de Amsterdamse boekverkoper, uitgever en drukker Johannes Allart (1754-1816) de opdracht om ieder versje van een illustratie te voorzien. De prenten werden vervaardigd door Jan Punt (1711-1779), Noach van der Meer jr. (1741-1822), Mattheus Sallieth (1749-1791) en Cornelis Buys (1746-1826). Ze werden los van de gedichten in 1779 in sets van zes en acht op de markt gebracht. De koper kon ze vervolgens zelf bij de juiste versjes laten inbinden. In 1787 verscheen een verzameluitgave met alle gedichten; de meeste koperplaten van de 66 illustraties waren toen al zodanig versleten, dat ze opnieuw door Reinier Vinkeles werden opgegraveerd. Iedere afbeelding gaat vergezeld van de titel en van een treffende regel uit het bijbehorende gedicht. In de opvoedkundige versjes komen belangrijke kinderdeugden aan de orde, zoals ijver, dankbaarheid en eerlijkheid. De 66 ontwerptekeningen van Jacobus Buys in het AHM zijn nauwkeurig met grijze inkt getekend en de meeste tekeningen zijn voorzien van een signatuur. Ze dienden als voorbeeld voor de graveurs. In het Leidse Prentenkabinet worden van drie ontwerpen doorgegriffelde tegendrukken in rood krijt bewaard, die zijn gemaakt als hulpmiddel bij het vervaardigen van de prentjes (afb. a en b).

Ontwerpen voor de prenten bij de kindergedichten van Hieronymus van Alphen

In 1778 verscheen bij de weduwe van Jan van Terveen en Zoon in Utrecht een uitgave met 24 kinderversjes door Hieronymus van Alphen (1746-1803) onder de titel Proeve van Kleine Gedigten voor Kinderen. Aangemoedigd door de grote populariteit liet Van Alphen daarna nog twee bundels volgen met respectievelijk 22 en 20 gedichten. De drie delen verschenen aanvankelijk zonder illustraties. Jacobus Buys, ‚‚n van de toonaangevende boekillustratoren in de tweede helft van de 18de eeuw, kreeg van de Amsterdamse boekverkoper, uitgever en drukker Johannes Allart (1754-1816) de opdracht om ieder versje van een illustratie te voorzien. De prenten werden vervaardigd door Jan Punt (1711-1779), Noach van der Meer jr. (1741-1822), Mattheus Sallieth (1749-1791) en Cornelis Buys (1746-1826). Ze werden los van de gedichten in 1779 in sets van zes en acht op de markt gebracht. De koper kon ze vervolgens zelf bij de juiste versjes laten inbinden. In 1787 verscheen een verzameluitgave met alle gedichten; de meeste koperplaten van de 66 illustraties waren toen al zodanig versleten, dat ze opnieuw door Reinier Vinkeles werden opgegraveerd. Iedere afbeelding gaat vergezeld van de titel en van een treffende regel uit het bijbehorende gedicht. In de opvoedkundige versjes komen belangrijke kinderdeugden aan de orde, zoals ijver, dankbaarheid en eerlijkheid. De 66 ontwerptekeningen van Jacobus Buys in het AHM zijn nauwkeurig met grijze inkt getekend en de meeste tekeningen zijn voorzien van een signatuur. Ze dienden als voorbeeld voor de graveurs. In het Leidse Prentenkabinet worden van drie ontwerpen doorgegriffelde tegendrukken in rood krijt bewaard, die zijn gemaakt als hulpmiddel bij het vervaardigen van de prentjes (afb. a en b).