Zittende vrouw, lezend (recto) Summiere schets van een groepsportret (verso)

Deze tekening is aangekocht als onderdeel van de groep van negentien 'Andriessen-tekeningen' (cat. nrs. 6-10, 222-234). De schets onderscheidt zich van de serie figuurstudies binnen die groep wat betreft datering, het gebruik van blauw papier en de brede tekenstijl met zwart krijt. De informele pose van de onbekende dame is een aanduiding dat de tekening niet als officieel portret moet worden gezien. Bij aankoop in 1937 werd de tekening omschreven als een portret van mevrouw van der Maden. Misschien stond deze naam op een oud passepartout. De opdrachtgever was waarschijnlijk Jan van den Ende (1755-na 1795) die in de Doelenstraat woonde en in 1779 regent van het Leprozenhuis was (Elias 1903-1905, dl. 2 (1905), p. 1035). Op de achterzijde noteerde Andriessen dat hij 'Vanden Heer J.v.d.Ende' twintig gulden had ontvangen voor het origineel. Gezien de prijs zal dit geen geschilderde versie zijn geweest, maar een meer uitgewerkte, waarschijnlijk grotere en gekleurde versie van de tekening. De hier besproken tekening kan een voorstudie zijn of een kopie die Andriessen zelf behield.

Zittende vrouw, lezend (recto) Summiere schets van een groepsportret (verso)

Deze tekening is aangekocht als onderdeel van de groep van negentien 'Andriessen-tekeningen' (cat. nrs. 6-10, 222-234). De schets onderscheidt zich van de serie figuurstudies binnen die groep wat betreft datering, het gebruik van blauw papier en de brede tekenstijl met zwart krijt. De informele pose van de onbekende dame is een aanduiding dat de tekening niet als officieel portret moet worden gezien. Bij aankoop in 1937 werd de tekening omschreven als een portret van mevrouw van der Maden. Misschien stond deze naam op een oud passepartout. De opdrachtgever was waarschijnlijk Jan van den Ende (1755-na 1795) die in de Doelenstraat woonde en in 1779 regent van het Leprozenhuis was (Elias 1903-1905, dl. 2 (1905), p. 1035). Op de achterzijde noteerde Andriessen dat hij 'Vanden Heer J.v.d.Ende' twintig gulden had ontvangen voor het origineel. Gezien de prijs zal dit geen geschilderde versie zijn geweest, maar een meer uitgewerkte, waarschijnlijk grotere en gekleurde versie van de tekening. De hier besproken tekening kan een voorstudie zijn of een kopie die Andriessen zelf behield.