Dirk Versteegh

In 1797 schreef de amateur-tekenaar en kunstliefhebber Dirk Versteegh in een brief aan de directeur van het Departement der Tekenkunde van Felix Meritis het volgende: ‘Ik meen dat wij twee titulaire ledenplaatsen open hebben, dus ben ik aan het werven geweest en daar in zoverre in geslaagd, dat ik mijn vriend Hodges, een alleruitmuntenst pastel en schilder gepersuadeerd heb om zich op te geven.’ Kort daarna werd Hodges officieel voorgedragen als lid, zoals blijkt uit de notulen van de vergadering van 25 april van dat jaar, waarin wordt vermeld: ‘… en verder als byzonder titulair lid voorgesteld den Burger Chas. Howard Hodges, oud 33 jaar.’ Na een verblijf van negen in Den Haag had de Hodges in 1797 zijn intrek genomen in een pand aan het Singel in Amsterdam. Het lidmaatschap van Felix Meritis betekende voor de pas in Amsterdam gearriveerde Hodges de onmiddellijke toegang tot een voorname kring van gerespecteerde en vooraanstaande kunstenaars, liefhebbers en handelaren in de stad. In Felix Meritis zal hij collega’s hebben ontmoet en met potentiële opdrachtengevers in contact zijn gekomen. De waardering voor de inzet van zijn vriend Versteegh blijkt uit de pastel die Hodges in 1797 van hem vervaardigde. Evenals de meeste van Hodges’ portretten heeft het de vorm van een ovaal. Versteegh is informeel met de armen over elkaar geslagen en met gepoederde haren weergegeven. De afwezigheid van de Franse pruik is conform de mode aan het eind van de achttiende eeuw. Als Inspecteur van het Departement der Tekenkunde hield Versteegh toezicht op de kwaliteit van de werken en had hij een belangrijke stem in de aankopen voor de Beeldengalerij en het Kabinet der Papierkunst. Mogelijk was het portret meer dan een dankbetuiging aan Versteegh. Het was een goed gebruik bij Felix Meritis dat nieuwe leden van het Departement der Tekenkunde een geschenk meebrachten. De pastel kwam begin 1798 reeds voor in de inventaris van het genootschap en bevond zich in 1800 in de directiekamer van het Departement. Het kan dus zijn dat het portret van Dirk Versteegh tevens het entréepresent van Charles Howard Hodges was.

Dirk Versteegh

In 1797 schreef de amateur-tekenaar en kunstliefhebber Dirk Versteegh in een brief aan de directeur van het Departement der Tekenkunde van Felix Meritis het volgende: ‘Ik meen dat wij twee titulaire ledenplaatsen open hebben, dus ben ik aan het werven geweest en daar in zoverre in geslaagd, dat ik mijn vriend Hodges, een alleruitmuntenst pastel en schilder gepersuadeerd heb om zich op te geven.’ Kort daarna werd Hodges officieel voorgedragen als lid, zoals blijkt uit de notulen van de vergadering van 25 april van dat jaar, waarin wordt vermeld: ‘… en verder als byzonder titulair lid voorgesteld den Burger Chas. Howard Hodges, oud 33 jaar.’ Na een verblijf van negen in Den Haag had de Hodges in 1797 zijn intrek genomen in een pand aan het Singel in Amsterdam. Het lidmaatschap van Felix Meritis betekende voor de pas in Amsterdam gearriveerde Hodges de onmiddellijke toegang tot een voorname kring van gerespecteerde en vooraanstaande kunstenaars, liefhebbers en handelaren in de stad. In Felix Meritis zal hij collega’s hebben ontmoet en met potentiële opdrachtengevers in contact zijn gekomen. De waardering voor de inzet van zijn vriend Versteegh blijkt uit de pastel die Hodges in 1797 van hem vervaardigde. Evenals de meeste van Hodges’ portretten heeft het de vorm van een ovaal. Versteegh is informeel met de armen over elkaar geslagen en met gepoederde haren weergegeven. De afwezigheid van de Franse pruik is conform de mode aan het eind van de achttiende eeuw. Als Inspecteur van het Departement der Tekenkunde hield Versteegh toezicht op de kwaliteit van de werken en had hij een belangrijke stem in de aankopen voor de Beeldengalerij en het Kabinet der Papierkunst. Mogelijk was het portret meer dan een dankbetuiging aan Versteegh. Het was een goed gebruik bij Felix Meritis dat nieuwe leden van het Departement der Tekenkunde een geschenk meebrachten. De pastel kwam begin 1798 reeds voor in de inventaris van het genootschap en bevond zich in 1800 in de directiekamer van het Departement. Het kan dus zijn dat het portret van Dirk Versteegh tevens het entréepresent van Charles Howard Hodges was.