Clara de Jong schildert hier in zestien delen het vreselijke lot van de joodse bevolking van Amsterdam tijdens de Tweede Wereldoorlog (1940-1945). Het eerste schilderij start in de stad, met de antisemitische maatregelen die door de bezetter genomen worden. Vervolgens wordt de toeschouwer chronologisch meegenomen langs razzia’s, segregatie, de Hollandsche Schouwburg en de deportatie naar concentratiekampen. Elk schilderij bevat een of meerdere zwarte raafachtige figuren, die als brengers van onheil over de voorstelling waken. Op het laatste paneel is slechts een lange lijst namen van gedeporteerden weergegeven, oplossend in een zwarte wolk.