Allegorie op de spijsuitdeling aan de armen

In 1655 kregen de Regenten van de Oude Zijde, wier taak het was behoeftige ingezetenen door de uitdeling van levensmiddelen en brandstoffen te ondersteunen, de beschikking over een nieuw gebouw. Voor de zaal, rechts van de ingang, werden behalve dit werk door Van Loo, ook schilderijen gemaakt door J. van Bronchorst en C. Holsteyn, waarmee het een serie vormt (cat.nrs. 66, 185). Archiefdocumenten hierover zijn ondanks nasporingen niet teruggevonden. Wel werden de schilderijen vermeld door Commelin en Wagenaar. Door Commelin als volgt: "aen de Lincker hand in de muur siet men drie konstige stucken schilderyen, uytbeeldende de bedeelinge der Armen van Broot, Boter, Kaes en Turf, heerlyck geschildert door de voornaemste Meesters van die Tydt: als van de oude Bronckhbrst, 't tweede door van Loon, en 't derde door Holsteyn, die ook de Grauwtjes, die in de nisse, als 't Solderwerk, in dese Kamer zyn, gedaen heeft." Commelin heeft het daarbij over de decoratie van de "heerlycke Sael" in het Oudezijdshuiszittenhuis. Aan de andere zijde waren daarin toepasselijke bijbelteksten aangebracht, die stellig tot de thematiek van de schilderijenreeks inspireerden: "Ghy sult uwen hand mildelijck op doen aen uwen Broeder, aen Uwen Bedruckten, en de aen Uwen Armen in Uwen Land" (Deut. 15:V.II); "Want die den Armen verdrukt smaet des selven maeker. Maer die sich des noodruftigen ontfermt, die eert hem" (Spr. 14:V.13). Commelin vermeldt daarop ook het jaartal 1655 van de bouw van het Huis (Commelin). Wagenaar beschrijft de drie stukken als volgt: "Tegen den Wand van 't vertrek over de lichten, plagt het uitdeelen van brood, boter, kaas en turf, in drie fraaije schilderstukken van Bronckhorst, van Loon en Holstein, afgebeeld te zyn. Doch een dezer stukken, het uitdeelen van Turf verbeeldende, is nu verplaatst in de Uitdeelkamer" (en vervangen door het regentenstuk van Van Anraadt uit 1675, cat.nr. 5). Er lijkt mij een duidelijke relatie te bestaan tussen cat.nr. 253 en Cornelis Holsteyns gemerkte en 1647 gedateerde ‘Arbeiders in de wijngaard” (Frans Hals museum, Haarlem, cat. 1924, nr. 171). Op beide stukken bewegen de figuren zich via enkele traptreden in en uit een zuilenhal links, waar een mansfiguur, met naar reghts uitgestrekte arm, een uitdeling verricht. En op beide is een zogende vrouw de hoofdfiguur op de voorgrond (op ons stuk zal zij een toespeling op de "Caritas" van de regenten van het Huiszittenhuis inhouden). Van Loo kende Holsteyn (en dus daardoor denkelijk ook zijn werk en artistieke opvattingen), omdat zij in cat.nrs. 253 en 185 aan hetzelfde project werkten.

Allegorie op de spijsuitdeling aan de armen

In 1655 kregen de Regenten van de Oude Zijde, wier taak het was behoeftige ingezetenen door de uitdeling van levensmiddelen en brandstoffen te ondersteunen, de beschikking over een nieuw gebouw. Voor de zaal, rechts van de ingang, werden behalve dit werk door Van Loo, ook schilderijen gemaakt door J. van Bronchorst en C. Holsteyn, waarmee het een serie vormt (cat.nrs. 66, 185). Archiefdocumenten hierover zijn ondanks nasporingen niet teruggevonden. Wel werden de schilderijen vermeld door Commelin en Wagenaar. Door Commelin als volgt: "aen de Lincker hand in de muur siet men drie konstige stucken schilderyen, uytbeeldende de bedeelinge der Armen van Broot, Boter, Kaes en Turf, heerlyck geschildert door de voornaemste Meesters van die Tydt: als van de oude Bronckhbrst, 't tweede door van Loon, en 't derde door Holsteyn, die ook de Grauwtjes, die in de nisse, als 't Solderwerk, in dese Kamer zyn, gedaen heeft." Commelin heeft het daarbij over de decoratie van de "heerlycke Sael" in het Oudezijdshuiszittenhuis. Aan de andere zijde waren daarin toepasselijke bijbelteksten aangebracht, die stellig tot de thematiek van de schilderijenreeks inspireerden: "Ghy sult uwen hand mildelijck op doen aen uwen Broeder, aen Uwen Bedruckten, en de aen Uwen Armen in Uwen Land" (Deut. 15:V.II); "Want die den Armen verdrukt smaet des selven maeker. Maer die sich des noodruftigen ontfermt, die eert hem" (Spr. 14:V.13). Commelin vermeldt daarop ook het jaartal 1655 van de bouw van het Huis (Commelin). Wagenaar beschrijft de drie stukken als volgt: "Tegen den Wand van 't vertrek over de lichten, plagt het uitdeelen van brood, boter, kaas en turf, in drie fraaije schilderstukken van Bronckhorst, van Loon en Holstein, afgebeeld te zyn. Doch een dezer stukken, het uitdeelen van Turf verbeeldende, is nu verplaatst in de Uitdeelkamer" (en vervangen door het regentenstuk van Van Anraadt uit 1675, cat.nr. 5). Er lijkt mij een duidelijke relatie te bestaan tussen cat.nr. 253 en Cornelis Holsteyns gemerkte en 1647 gedateerde ‘Arbeiders in de wijngaard” (Frans Hals museum, Haarlem, cat. 1924, nr. 171). Op beide stukken bewegen de figuren zich via enkele traptreden in en uit een zuilenhal links, waar een mansfiguur, met naar reghts uitgestrekte arm, een uitdeling verricht. En op beide is een zogende vrouw de hoofdfiguur op de voorgrond (op ons stuk zal zij een toespeling op de "Caritas" van de regenten van het Huiszittenhuis inhouden). Van Loo kende Holsteyn (en dus daardoor denkelijk ook zijn werk en artistieke opvattingen), omdat zij in cat.nrs. 253 en 185 aan hetzelfde project werkten.