Voordracht over de anatomie door Andreas Bonn voor het departement der Tekenkunde van Felix Meritis

Aan Adriaan de Lelie danken wij het grootste aantal portretten van vooraanstaande Amsterdammers van omstreeks 1800. De vier groepsportretten die hij tussen 1792 en 1808 vervaardigde van leden van de Maatschappij Felix Meritis, beelden tezamen 158 heren af, sommigen meer dan eens, wier identiteit bekend is uit de bijbehorende omtrektekeningen met nummers en naamlijsten. Felix Meritis (‘Gelukkig door Verdiensten’) was opgericht in 1777 als genootschap voor de Amsterdamse élite, om door verrijking van de algemene kennis een betere burger te worden. De Maatschappij, waarvan alleen heren lid waren, telde vijf departementen: Natuur-en Wiskunde, Koophandel en Fabrieken, Tekenkunde, Muziek en Letterkunde. De Lelie was zelf lid van het Departement der Tekenkunde sinds 1787. Hij had toen reeds drie regentenstukken voor zorginstellingen op zijn naam staan, waarin de invloed van zijn 17de-eeuwse voorgangers evident is. Als entréepresent aan Felix Meritis schilderde De Lelie een kleinfigurig groepsportret van de leden van het departement der Tekenkunde. Om het grote aantal mannen overtuigend te portretteren, schaarde hij ze rondom professor Andreas Bonn, honorair lid van het departement en hoogleraar ontleed- en heelkunde aan het Athenaeum, die in de Tekenzaal zijn gehoor de menselijke anatomie verduidelijkt aan de hand van een naaktmodel. Door een uitgekiende plaatsing van Bonns hand bleef de schilder binnen de grenzen van de goede smaak. De pose van het model is ontleend aan het beeld van de Apollo Belvedere, waarvan de Maatschappij een gipsen afgietsel bezat. Op 1 december 1792 werd het doek aan de leden gepresenteerd. Uit de notulen blijkt dat hier niet de inwijding van de Tekenzaal kan zijn afgebeeld, zoals later is beweerd. De Lelie heeft een willekeurig college van Bonn tot uitgangspunt genomen voor zijn groepsportret. In 1795 leverde hij er een aquarelkopie bij, waarmee de afzonderlijke leden geïdentificeerd konden worden. Twee latere omtrektekeningen zijn evenwel duidelijker. Onder de aanwezigen zijn ook enkele kunstenaars, zoals Jan Ekels (nr. 18), Hermanus Numan (nr. 26), Egbert van Drielst (nr. 31) en De Lelie zelf (nr. 24): de man rechts, die ons van achter een schouder aankijkt.

Voordracht over de anatomie door Andreas Bonn voor het departement der Tekenkunde van Felix Meritis

Aan Adriaan de Lelie danken wij het grootste aantal portretten van vooraanstaande Amsterdammers van omstreeks 1800. De vier groepsportretten die hij tussen 1792 en 1808 vervaardigde van leden van de Maatschappij Felix Meritis, beelden tezamen 158 heren af, sommigen meer dan eens, wier identiteit bekend is uit de bijbehorende omtrektekeningen met nummers en naamlijsten. Felix Meritis (‘Gelukkig door Verdiensten’) was opgericht in 1777 als genootschap voor de Amsterdamse élite, om door verrijking van de algemene kennis een betere burger te worden. De Maatschappij, waarvan alleen heren lid waren, telde vijf departementen: Natuur-en Wiskunde, Koophandel en Fabrieken, Tekenkunde, Muziek en Letterkunde. De Lelie was zelf lid van het Departement der Tekenkunde sinds 1787. Hij had toen reeds drie regentenstukken voor zorginstellingen op zijn naam staan, waarin de invloed van zijn 17de-eeuwse voorgangers evident is. Als entréepresent aan Felix Meritis schilderde De Lelie een kleinfigurig groepsportret van de leden van het departement der Tekenkunde. Om het grote aantal mannen overtuigend te portretteren, schaarde hij ze rondom professor Andreas Bonn, honorair lid van het departement en hoogleraar ontleed- en heelkunde aan het Athenaeum, die in de Tekenzaal zijn gehoor de menselijke anatomie verduidelijkt aan de hand van een naaktmodel. Door een uitgekiende plaatsing van Bonns hand bleef de schilder binnen de grenzen van de goede smaak. De pose van het model is ontleend aan het beeld van de Apollo Belvedere, waarvan de Maatschappij een gipsen afgietsel bezat. Op 1 december 1792 werd het doek aan de leden gepresenteerd. Uit de notulen blijkt dat hier niet de inwijding van de Tekenzaal kan zijn afgebeeld, zoals later is beweerd. De Lelie heeft een willekeurig college van Bonn tot uitgangspunt genomen voor zijn groepsportret. In 1795 leverde hij er een aquarelkopie bij, waarmee de afzonderlijke leden geïdentificeerd konden worden. Twee latere omtrektekeningen zijn evenwel duidelijker. Onder de aanwezigen zijn ook enkele kunstenaars, zoals Jan Ekels (nr. 18), Hermanus Numan (nr. 26), Egbert van Drielst (nr. 31) en De Lelie zelf (nr. 24): de man rechts, die ons van achter een schouder aankijkt.