Allegorie op de Gierigheid

Krielaart oppert dat het stuk het tweede schilderij kan zijn van "drie kleine fraaije stukjes" die Wagenaar in de regentenkamer van het Spinhuis signaleerde: "een oud man, eene koppelaarster, en eene schreijende ligtekooi". Het moet dateren uit de eerste helft van de 17de eeuw. Tot dusver slechts betiteld als: "Oude vrouw met bril". Een oude vrouw met een knijpbril in de rechter hand en met haar andere hand op een tafel waarop goudstukken liggen, betekende in die tijd echter: "Avaritia (=Gierigheid). Men vergelijike daarvoor de ook in andere opzichten zeer verwante oude vrouw als 'Avaritia' door A. Bloemaert (prent gem. A. Bloemaert pinxit. Corn. Bloem. sculp. et. excud. A° 1625; opschrift: AVARITIA en vers in het Latijn; HOLLSTEIN II, blz. 79, nr. 286; afb. cat. tent. "125 jaar Centraal Museum", Centraal Museum, Utrecht 1964, afb. 21).

Allegorie op de Gierigheid

Krielaart oppert dat het stuk het tweede schilderij kan zijn van "drie kleine fraaije stukjes" die Wagenaar in de regentenkamer van het Spinhuis signaleerde: "een oud man, eene koppelaarster, en eene schreijende ligtekooi". Het moet dateren uit de eerste helft van de 17de eeuw. Tot dusver slechts betiteld als: "Oude vrouw met bril". Een oude vrouw met een knijpbril in de rechter hand en met haar andere hand op een tafel waarop goudstukken liggen, betekende in die tijd echter: "Avaritia (=Gierigheid). Men vergelijike daarvoor de ook in andere opzichten zeer verwante oude vrouw als 'Avaritia' door A. Bloemaert (prent gem. A. Bloemaert pinxit. Corn. Bloem. sculp. et. excud. A° 1625; opschrift: AVARITIA en vers in het Latijn; HOLLSTEIN II, blz. 79, nr. 286; afb. cat. tent. "125 jaar Centraal Museum", Centraal Museum, Utrecht 1964, afb. 21).