Gezicht op de Panamakade naar het westen, met schepen van de Hollandsche Lloyd

De Koninklijke Hollandsche Lloyd was in 1908 voortgekomen uit de Zuid-Amerika Lijn, die zich voornamelijk toelegde op veevervoer naar Zuid-Amerika. Toen de rederij in financiële problemen kwam en dreigde te worden overgenomen door Duitse rederijen, schoten de Nederlandsche Handel Maatschappij en de regering te hulp. Mede dankzij subsidie kwam na een reorganisatie De Koninklijke Hollandsche Lloyd tot stand; deze rederij verzorgde passagiers- en vrachtdiensten naar Brazilië en Argentinië. De Hollandsche Lloyd had zijn basis aan de zuidzijde van het eiland Sporenburg. Bij het graven van het spoorwegbassin in 1880 waren de eilanden Sporenburg en Borneo ontstaan. Hier vestigden zich spoorwegmaatschappijen, die zorgden voor het lossen en het vervoer van ijzererts vanuit de grote zeeschepen naar kleinere schepen en goederenwagons. Dit deel van de Amsterdamse haven kreeg de toepasselijke naam Ertshaven. Toen Smith dit aanzicht schilderde, bestond de rederij nog maar vijf jaar. Veel van de gebouwen op de Oostelijke Handelskade die we tegenwoordig nog van de rederij kennen waren toen nog niet gebouwd, zoals het Lloyd Hotel, dat verrees in 1921. Hobbe Smith heeft twee schepen van de Lloyd aan de Panamakade, aan de zuidzijde van Sporenburg, in beeld gebracht, waaronder vrachtpassagiersschip Hollandia, dat in 1909 van stapel liep. De vele afgebeelde hijskranen en de omringende kleinere schepen tonen de grote bedrijvigheid in dit deel van de haven. In het voorjaar van 1914 zijn onder de titel ‘Op en om ’t IJ’ tekeningen en schilderijen van Hobbe Smith tentoongesteld in het Stedelijk Museum, waaronder ‘10 schetsen van het stadspaviljoen op ENTOS’. Uit de catalogusbeschrijving van de schets die voorafging aan het grote doek waarop schepen van de Hollandsche Lloyd zijn afgebeeld, kan worden afgeleid dat het schip achter de Hollandia de Maasland moet zijn.

Gezicht op de Panamakade naar het westen, met schepen van de Hollandsche Lloyd

De Koninklijke Hollandsche Lloyd was in 1908 voortgekomen uit de Zuid-Amerika Lijn, die zich voornamelijk toelegde op veevervoer naar Zuid-Amerika. Toen de rederij in financiële problemen kwam en dreigde te worden overgenomen door Duitse rederijen, schoten de Nederlandsche Handel Maatschappij en de regering te hulp. Mede dankzij subsidie kwam na een reorganisatie De Koninklijke Hollandsche Lloyd tot stand; deze rederij verzorgde passagiers- en vrachtdiensten naar Brazilië en Argentinië. De Hollandsche Lloyd had zijn basis aan de zuidzijde van het eiland Sporenburg. Bij het graven van het spoorwegbassin in 1880 waren de eilanden Sporenburg en Borneo ontstaan. Hier vestigden zich spoorwegmaatschappijen, die zorgden voor het lossen en het vervoer van ijzererts vanuit de grote zeeschepen naar kleinere schepen en goederenwagons. Dit deel van de Amsterdamse haven kreeg de toepasselijke naam Ertshaven. Toen Smith dit aanzicht schilderde, bestond de rederij nog maar vijf jaar. Veel van de gebouwen op de Oostelijke Handelskade die we tegenwoordig nog van de rederij kennen waren toen nog niet gebouwd, zoals het Lloyd Hotel, dat verrees in 1921. Hobbe Smith heeft twee schepen van de Lloyd aan de Panamakade, aan de zuidzijde van Sporenburg, in beeld gebracht, waaronder vrachtpassagiersschip Hollandia, dat in 1909 van stapel liep. De vele afgebeelde hijskranen en de omringende kleinere schepen tonen de grote bedrijvigheid in dit deel van de haven. In het voorjaar van 1914 zijn onder de titel ‘Op en om ’t IJ’ tekeningen en schilderijen van Hobbe Smith tentoongesteld in het Stedelijk Museum, waaronder ‘10 schetsen van het stadspaviljoen op ENTOS’. Uit de catalogusbeschrijving van de schets die voorafging aan het grote doek waarop schepen van de Hollandsche Lloyd zijn afgebeeld, kan worden afgeleid dat het schip achter de Hollandia de Maasland moet zijn.