De overlieden van het Chirurgijnsgilde

Het manuscript van Monnikhoff (dat volgens Tilanus uit 1748 dateert) geeft de namen van de voorgestelden: Pieter Plaatman, Abr. Titsingh, Leonard Coster, Augustinus Graver, Hermannus Meyer, Jan Mekker, Johannes Lekerman. Monnikhoff stelt het jaar van ontstaan op 1738 (Tilanus). Volgens Tilanus moet de naam van Plaatman, die van 1718 tot 1720 overman was, wellicht vervangen worden door die van N. Craanmeester, in 1737 overman. De heer H. Glerum van het AHM vergeleek de in het schilderij op het tafelkleed geschilderde wapens met 85 wapens van chirurgijns die zijn afgebeeld in de koepel van het voormalig Theatrum Anatomicum in het Waaggebouw. Zijn bevinding is, dat de opgave van Monnikhoff juist is, en dat op het schilderij van links naar rechts zijn afgebeeld: Plaatman, Graver, Meyer, Titsingh, Bekker, Lakerman en Coster. Op de tafel liggen een aantal blaasstenen en instrumenten die gebruikt werden voor het wegnemen van stenen uit de blaas en de urinewegen. Titsingh (zie over hem onder cat. nr. 354) publiceerde in 1731 een "Heelkundige Verhandeling over de Steen", gericht tegen een juist verschenen geschrift over hetzelfde onderwerp van J. Denys te Leiden. Meyer, die een snijstaaf in de hand houdt, verrichtte tussen 1732 en 1741 achtenzestig steen-operaties, zoals op te maken valt uit het "Steenboek van het Chirurgijnsgilde". Op grond van een resolutie uit 1700 werd in de achttiende eeuw in dit boek aantekening gehouden van alle steensnijdingen (Tilanus). Volgens Holländer was deze ingreep in die tijd de meest voorkomende grote operatie. Zie voor de mededelingen over het schilderij door Van Gool en Wagenaar de tekst onder cat.nr. 354.

De overlieden van het Chirurgijnsgilde

Het manuscript van Monnikhoff (dat volgens Tilanus uit 1748 dateert) geeft de namen van de voorgestelden: Pieter Plaatman, Abr. Titsingh, Leonard Coster, Augustinus Graver, Hermannus Meyer, Jan Mekker, Johannes Lekerman. Monnikhoff stelt het jaar van ontstaan op 1738 (Tilanus). Volgens Tilanus moet de naam van Plaatman, die van 1718 tot 1720 overman was, wellicht vervangen worden door die van N. Craanmeester, in 1737 overman. De heer H. Glerum van het AHM vergeleek de in het schilderij op het tafelkleed geschilderde wapens met 85 wapens van chirurgijns die zijn afgebeeld in de koepel van het voormalig Theatrum Anatomicum in het Waaggebouw. Zijn bevinding is, dat de opgave van Monnikhoff juist is, en dat op het schilderij van links naar rechts zijn afgebeeld: Plaatman, Graver, Meyer, Titsingh, Bekker, Lakerman en Coster. Op de tafel liggen een aantal blaasstenen en instrumenten die gebruikt werden voor het wegnemen van stenen uit de blaas en de urinewegen. Titsingh (zie over hem onder cat. nr. 354) publiceerde in 1731 een "Heelkundige Verhandeling over de Steen", gericht tegen een juist verschenen geschrift over hetzelfde onderwerp van J. Denys te Leiden. Meyer, die een snijstaaf in de hand houdt, verrichtte tussen 1732 en 1741 achtenzestig steen-operaties, zoals op te maken valt uit het "Steenboek van het Chirurgijnsgilde". Op grond van een resolutie uit 1700 werd in de achttiende eeuw in dit boek aantekening gehouden van alle steensnijdingen (Tilanus). Volgens Holländer was deze ingreep in die tijd de meest voorkomende grote operatie. Zie voor de mededelingen over het schilderij door Van Gool en Wagenaar de tekst onder cat.nr. 354.