Chemise enveloppe

Een chemise-enveloppe is een combinatie van een hemd en een onderbroek met een speciaal model. Het gedeelte van de broek is erg wijd en sluit in het kruis met een smalle strook stof met knopen en knoopsgaten. In 1924 kondigt Hirsch & Cie in het Algemeen Handelsblad een Expositie der nieuw uitgekomen modellen in onze afdeeling Lingeries aan, waaronder een chemise-enveloppe ‘van nansouc met fijn ajour en kantgarneering’ voor f 6,50. In De Telegraaf uit 1931 staat een zelfmaak patroon van een chemise-enveloppe afgebeeld. In de begeleidende tekst getiteld MODERNE LINGERIE wordt de huidige mode en de daarbij passende onderkleding besproken. De lange japonnen en rokken met ‘strakke heupstukken’ vereisen ‘strakke lingeries en van alle moderne dessous is de ruimte van het rokje aan de bovenzijde tot een minimum gereduceerd’. Als oplossing adviseert de schrijfster om de lingeries klokkend te knippen en verwijst daarmee naar het bijgevoegde patroon. Tussen 1920 en 1930 ontwikkelden kunstzijde en machinale kant zich tot goedkopere materialen, die bovendien gemakkelijk te wassen waren. In de confectie werden ze veelvuldig toegepast in ondergoed. Deze chemise-enveloppe is gemaakt van zalmroze en schuin geknipte (biais) kunstzijde en machinale beige kant. De smalle schouderbanden zijn gemaakt van dezelfde stof. De rechte halslijn en de wijd uitlopende onderzijde zijn versierd met kant in florale motieven. De chemise-enveloppe wordt bij het kruis gesloten met vier zalmroze kunststof knopen en knoopsgaten (waarvan twee knopen ontbreken). De sluiting is aan de binnenzijde verstevigd met crèmekleurige tule. Het ondergoed werd gedragen door de moeder van schenkster, mevrouw G.J. Bontekoe-Graap (1899-1996).

Chemise enveloppe

Een chemise-enveloppe is een combinatie van een hemd en een onderbroek met een speciaal model. Het gedeelte van de broek is erg wijd en sluit in het kruis met een smalle strook stof met knopen en knoopsgaten. In 1924 kondigt Hirsch & Cie in het Algemeen Handelsblad een Expositie der nieuw uitgekomen modellen in onze afdeeling Lingeries aan, waaronder een chemise-enveloppe ‘van nansouc met fijn ajour en kantgarneering’ voor f 6,50. In De Telegraaf uit 1931 staat een zelfmaak patroon van een chemise-enveloppe afgebeeld. In de begeleidende tekst getiteld MODERNE LINGERIE wordt de huidige mode en de daarbij passende onderkleding besproken. De lange japonnen en rokken met ‘strakke heupstukken’ vereisen ‘strakke lingeries en van alle moderne dessous is de ruimte van het rokje aan de bovenzijde tot een minimum gereduceerd’. Als oplossing adviseert de schrijfster om de lingeries klokkend te knippen en verwijst daarmee naar het bijgevoegde patroon. Tussen 1920 en 1930 ontwikkelden kunstzijde en machinale kant zich tot goedkopere materialen, die bovendien gemakkelijk te wassen waren. In de confectie werden ze veelvuldig toegepast in ondergoed. Deze chemise-enveloppe is gemaakt van zalmroze en schuin geknipte (biais) kunstzijde en machinale beige kant. De smalle schouderbanden zijn gemaakt van dezelfde stof. De rechte halslijn en de wijd uitlopende onderzijde zijn versierd met kant in florale motieven. De chemise-enveloppe wordt bij het kruis gesloten met vier zalmroze kunststof knopen en knoopsgaten (waarvan twee knopen ontbreken). De sluiting is aan de binnenzijde verstevigd met crèmekleurige tule. Het ondergoed werd gedragen door de moeder van schenkster, mevrouw G.J. Bontekoe-Graap (1899-1996).