Lepra of lazarus was een besmettelijke ziekte die ook in Amsterdam voorkwam. De ziekte ontleende zijn naam aan de bijbelse figuur Lazarus, later de beschermheilige van alle leprozen. De bacteriële besmetting verloopt vooral via de luchtwegen en leidt tot verlamming, verminking en blindheid. De oorzaak werd pas in 1573 ontdekt, maar al in oude tijden wist men dat je een lepralijder maar beter niet tegen het lijf kon lopen. Met het geluid van deze klepper konden de leprozen anderen waarschuwen om op afstand te blijven. Amsterdamse leprozen mochten tot 1604 één maal in het jaar in de stad collecteren. Dat was op Koppertjesmaandag, de eerste maandag ná Driekoningen (6 januari). Naast het verplichte en herkenbare kostuum, een korte wijde mantel met een hoed met witte band, droegen zij ook een dergelijke lazarusklepper. De lazarusklepper werd ook wel klikspaan genoemd.