Korset

Het korset is eeuwenlang het belangrijkste onderdeel van de garderobe van de vrouw geweest. De gewenste modevorm wordt in de zeventiende en achttiende eeuw verkregen door het keurslijf, in de negentiende en twintigste eeuw door het korset. Boezem, taille of heupen zijn door het korset geaccentueerd of vervaagd. Het korset wordt over een hemd gedragen. Ze zijn zelden gewassen, omdat het materiaal kwetsbaar is en ze nooit rechtstreeks op de huid zijn gedragen. Werkende vrouwen hebben zich nooit zo extreem strak ingeregen. Zij droegen een rijglijfje van een zacht materiaal dat makkelijk meegaf. Rijke dames werkten niet en snoerden zich in korsetten met baleinen, hout, hoorn of riet. Gangbare kleuren voor de vroege korsetten zijn wit, beige of lichtgrijs. Rond 1860 wordt dit uitgebreid met rood. Aan het eind van de negentiende eeuw zijn deze kleuren vervangen door zwart, geel, roze, blauw en de effen stoffen maken plaats voor gebrocheerde stoffen en zijde. Het korset is dan versierd met kant en lint. Vooral in de periode 1850-1910 ondergaat het korset veel vormveranderingen die gelijklopen met de verschillende silhouetten uit deze periode. De Reformbeweging, die rond 1900 vorm krijgt, maakt zich om gezondheidsredenen en hygiëne sterk om de korsetten uit te bannen. Voor velen is het korsetloze alternatief op dat moment te extravagant en niet prettig, want zij missen de steun die het korset hen biedt. Het duurt tot het eind van de jaren twintig duren voordat de vrouw werkelijk van het lichaamsvervormende korset is verlost.

Korset

Het korset is eeuwenlang het belangrijkste onderdeel van de garderobe van de vrouw geweest. De gewenste modevorm wordt in de zeventiende en achttiende eeuw verkregen door het keurslijf, in de negentiende en twintigste eeuw door het korset. Boezem, taille of heupen zijn door het korset geaccentueerd of vervaagd. Het korset wordt over een hemd gedragen. Ze zijn zelden gewassen, omdat het materiaal kwetsbaar is en ze nooit rechtstreeks op de huid zijn gedragen. Werkende vrouwen hebben zich nooit zo extreem strak ingeregen. Zij droegen een rijglijfje van een zacht materiaal dat makkelijk meegaf. Rijke dames werkten niet en snoerden zich in korsetten met baleinen, hout, hoorn of riet. Gangbare kleuren voor de vroege korsetten zijn wit, beige of lichtgrijs. Rond 1860 wordt dit uitgebreid met rood. Aan het eind van de negentiende eeuw zijn deze kleuren vervangen door zwart, geel, roze, blauw en de effen stoffen maken plaats voor gebrocheerde stoffen en zijde. Het korset is dan versierd met kant en lint. Vooral in de periode 1850-1910 ondergaat het korset veel vormveranderingen die gelijklopen met de verschillende silhouetten uit deze periode. De Reformbeweging, die rond 1900 vorm krijgt, maakt zich om gezondheidsredenen en hygiëne sterk om de korsetten uit te bannen. Voor velen is het korsetloze alternatief op dat moment te extravagant en niet prettig, want zij missen de steun die het korset hen biedt. Het duurt tot het eind van de jaren twintig duren voordat de vrouw werkelijk van het lichaamsvervormende korset is verlost.