Aan de uitvoering van bestekfoedralen als deze werd omstreeks 1800 bijzondere zorg besteed. Gevuld met zilveren lepels, vorken en messen illustreerden ze de welstand van de eigenaar op treffende wijze. De strenge, sobere vormgeving van dit foedraal contrasteert met een laat achttiende-eeuws exemplaar, dat is voorzien van een gewelfde voorzijde en zilverbeslag in Lodewijk XVI-stijl, in 1780 vervaardigd door Daniël le Feber (Baarsen 1989, p. 38 nr. 144, p. 39 afb.). De weduwe S.A. Lopez Suasso-de Bruijn bezat bij haar overlijden in 1890 onder meer 'twaalf paar tafelzilver' (*Inventaris 1890, [p. 22]). Mogelijk is het hier beschreven ensemble uit haar nalatenschap afkomstig. De vermelding in de inventarislijst kan echter ook betrekking hebben op cat.nr. KA 3686. Het echtpaar Willet-Holthuysen beschikte over ten minste 36 tafel- en 24 dessertcouverts, alsmede 18 tafel- en 12 dessertmessen met geciseleerde heften (Frederik Muller 1895, p. 16-17 nr. 108-117, p. 18 nr. 122; Vreeken 1999, p. 17).