Op elk van de twee verwante, cartouchevormige platen (A en B) is een korenveld gedreven waarin een korenmeter gebogen staat over de maat, een korf met graankorrels. In zijn linkerhand houdt hij een schep en in zijn rechter een lat waarmee hij de maat afstrijkt. Deze scène is op de twee platen vanuit een verschillend gezichtspunt weergegeven; op A is de korenmeter schuin van achteren weergegeven; op B van voren. De nagenoeg identieke cartouches zijn opgebouwd uit weke delen die in het midden van onder- en bovenzijde maskerachtige vormen hebben. In de bovenrand is het stadswapen van Amsterdam opgenomen. Links- en rechtsboven steekt een korenmetersschep uit de lijst; in de onderrand is een korf met lat verwerkt. Onderaan elk schild hangt aan een ketting een met weke ornamenten versierde banderol met een geruwde grond. Op die van A staat de tekst COOREN.METERS en op die van B 16 GILDT 33.