Kaart 28 met twee weren (aangegeven met A t/m K) gasthuisland, gelegen op de oostelijke oever van de Amstel in de Grote Duivendrechter Polder

Gemeten en getekend door de gezworen landmeter Cornelis Koel. Schaal ca. 1:1.750. De afmetingen van de percelen worden vermeld. Het onderste weer is in twee delen verdeeld. Een deel staat apart getekend. Het perceel dat de aanduiding H kreeg staat tweemaal getekend. Eén weer keer de naam T Smalle Weer (percelen A t/m D). Het andere weer is verdeeld in percelen met de naam Den Hoorn (percelen E, F en G), respectievelijk T Pinckenland (percelen H, I en K). De kaart vermeldt dat de percelen eerder, in 1633, gemeten werden door de landmeter Balthasar Florisz van Berckenrode. De kaart werd opgenomen in het zevende kaartboek van de gasthuizen (toegangsnummer: 342/1469) en vermeldt in de rechterbovenhoek Fo. 30. Orientatie: zuid boven.

Kaart 28 met twee weren (aangegeven met A t/m K) gasthuisland, gelegen op de oostelijke oever van de Amstel in de Grote Duivendrechter Polder

Gemeten en getekend door de gezworen landmeter Cornelis Koel. Schaal ca. 1:1.750. De afmetingen van de percelen worden vermeld. Het onderste weer is in twee delen verdeeld. Een deel staat apart getekend. Het perceel dat de aanduiding H kreeg staat tweemaal getekend. Eén weer keer de naam T Smalle Weer (percelen A t/m D). Het andere weer is verdeeld in percelen met de naam Den Hoorn (percelen E, F en G), respectievelijk T Pinckenland (percelen H, I en K). De kaart vermeldt dat de percelen eerder, in 1633, gemeten werden door de landmeter Balthasar Florisz van Berckenrode. De kaart werd opgenomen in het zevende kaartboek van de gasthuizen (toegangsnummer: 342/1469) en vermeldt in de rechterbovenhoek Fo. 30. Orientatie: zuid boven.