10019

Toen de reeds behandelde stakingen bij Jannink en Twenthe voortduurden meenden de fabrikanten dat verder overleg met bonden en rijksbemiddelaar geen zin meer had en verklaarden alle ondernemingen, die slachtoffer van de strijd waren, met alle middelen te steunen. Als eerste maatregel werden daarop de lonen bij de leden van de Enschedeesche en de Twentsch-Geldersche Fabrikantenvereenigingen nogmaals met vijf procent verlaagd. Onmiddellijk legde een deel van de arbeiders het werk neer (CBS: 4000, CvR 5-6000) en riep de Landelijke Federatie van Textielarbeiders de algemene staking uit per 30 november. Op die dag bleek ook dat "het grootste deel van de stakende leden der groote vakbonden geen gevolg wenschten te geven aan de aanbeveling hunner besturen om het werk voorlopig te hervatten." (CBSM 1931, p. 1788). Diezelfde bonden namen nogmaals nadrukkelijk afstand van het optreden van hun leden, wat tot groot misnoegen onder de arbeiders leidde. Nadat de Federatie en het NAS de staking korte tijd hadden geleid kwamen de drie erkende bonden op hun eerdere standpunt terug. Ze dreigden nu bovendien met een algemene staking vanaf 14 december indien de werkgevers niet op hun standpunt terugkwamen. En zo geschiedde.

10019

Toen de reeds behandelde stakingen bij Jannink en Twenthe voortduurden meenden de fabrikanten dat verder overleg met bonden en rijksbemiddelaar geen zin meer had en verklaarden alle ondernemingen, die slachtoffer van de strijd waren, met alle middelen te steunen. Als eerste maatregel werden daarop de lonen bij de leden van de Enschedeesche en de Twentsch-Geldersche Fabrikantenvereenigingen nogmaals met vijf procent verlaagd. Onmiddellijk legde een deel van de arbeiders het werk neer (CBS: 4000, CvR 5-6000) en riep de Landelijke Federatie van Textielarbeiders de algemene staking uit per 30 november. Op die dag bleek ook dat "het grootste deel van de stakende leden der groote vakbonden geen gevolg wenschten te geven aan de aanbeveling hunner besturen om het werk voorlopig te hervatten." (CBSM 1931, p. 1788). Diezelfde bonden namen nogmaals nadrukkelijk afstand van het optreden van hun leden, wat tot groot misnoegen onder de arbeiders leidde. Nadat de Federatie en het NAS de staking korte tijd hadden geleid kwamen de drie erkende bonden op hun eerdere standpunt terug. Ze dreigden nu bovendien met een algemene staking vanaf 14 december indien de werkgevers niet op hun standpunt terugkwamen. En zo geschiedde.