Gabriël Metsu is afkomstig uit Leiden en is daar mogelijk een leerling van Gerard Dou geweest. Eind jaren vijftig vestigde hij zich in Amsterdam, waar hij de rest van zijn leven heeft gewoond. Metsu's Geschenk van de Jager uit het Rijksmuseum dateert van de jaren kort na zijn verhuizing naar Amsterdam. Het heldere dag¬licht dat de geschilderde ruimte vult, herinnert aan het werk van Johannes Vermeer (1632-1675) en Pieter de Hooch. Op het eerste gezicht een huiselijk tafereeltje van een jager die een door hem geschoten patrijs aanbiedt aan een rijk¬geklede dame, verhult de voorstelling een veel minder onschuldige betekenis. In de zeventiende-eeuwse symboliek kon het aanbieden van een vogel aan een vrouw namelijk ook een uitnodiging tot het bedrijven van de liefde inhouden. Het is aan de jongedame om al dan niet in te gaan op de avances van de jager. Teneinde haar dilemma te visualiseren, schilderde Metsu haar terwijl ze haar arm aarzelend uitstrekt naar een gebedenboek op tafel. De losse schoenen vóór haar wijzen op de eerste stap die zij reeds heeft gezet om het `geschenk' van de jager te aanvaarden en samen met hem over de wenteltrap naar boven te aan. Het is niet altijd even gemakkelijk te bepalen hoever men kan gaan in de interpretatie van Nederlandse zeventiende-eeuwse schilderijen met `alledaagse' tafereeltjes. In dit geval echter levert het Cupido-beeldje op de kast de sleutel tot de betekenis van de voorstelling; samen met het reliëf naast de trap laat het over de dubbele bodem in deze scène geen twijfel bestaan. [Glorious past of the Netherlands and Japan, Kobe (Kobe City Museum), 1993]